Clarion CC-2011E Digital Camera User Manual


 
38 CC-2011E
284-0877-01
Nederlands
4. GEBRUIK
Gebruik van het Clarion achteruitkijk-camerasysteem
Het achteruitkijkbeeld wordt weergegeven wanneer de versnelling in de achteruit wordt gezet of
wanneer de handbedieningschakelaar wordt gebruikt.
Problemen oplossen
De volgende symptomen duiden niet op een defect. Controleer de volgende punten voordat u het
apparaat voor reparatie wegbrengt.
Symptoom
Geen beeld
Slechte
beeldkwaliteit
Oorzaak
De aansluitingen zijn verkeerd
gemaakt of de bedrading zit los.
Er is een zekering doorgebrand.
De buitenkant van de lens is vuil.
Zonlicht of de koplampen van een
voertuig achter u schijnen
rechtstreeks in de camera.
De omgeving is te donker.
De sterkte van de verlichting buiten
het voertuig is plotseling veranderd.
1. Wanneer u van een goed verlichte
naar een donkere plaats rijdt
(bijvoorbeeld vanaf helder zonlicht
naar de schaduw), is het mogelijk
dat het beeld erg donker wordt.
2. Wanneer u van een donkere naar
een goed verlichte plaats rijdt
(bijvoorbeeld vanuit de schaduw
naar helder zonlicht), is het
mogelijk dat het beeld erg helder
wordt.
Oplossing
Controleer de bedrading en corrigeer
de aansluitingen.
Bij gebruik van een afzonderlijk
voedingskastje moet u de zekering
controleren en deze indien nodig
vervangen door een nieuwe zekering
met hetzelfde amperage (1 A). Als de
zekering herhaaldelijk doorbrandt,
neem dan contact op met uw dealer
of het dichtstbijzijnde Clarion
servicecentrum.
Veeg de lens lichtjes met een zachte,
vochtige doek schoon. Wrijf niet hard
met een droge doek want dit kan
resulteren in krassen.
Het beeld zal weer normaal worden
wanneer het licht dat in de lens valt
verdwijnt.
Het beeld zal 's avonds of bij weinig
verlichting minder goed zijn.
Het beeld zal weer normaal worden
zodra er meer licht is.
[Bij gebruik van een afzonderlijk
voedingskastje]
In de automatische
gebruiksstand
Stop het voertuig en zet de
versnelling in de vrijstand en daarna
opnieuw in de achteruit.
In de handmatige gebruiksstand
Druk op de AUTO/MANUAL
schakelaar om het apparaat in de
AUTO gebruiksstand te zetten en
druk dan nog een keer op de
schakelaar voor de MANUAL
gebruiksstand. Als de versnelling in
de achteruit staat, zet u deze eerst in
de vrijstand voordat u op de
schakelaar drukt.