JVC DULYT1266-004A Digital Camera User Manual


 
NE
32
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt de zwart/wit fader niet gebruiken wanneer u sepia
of zwart/wit van programma AE heeft ingesteld. De
indicator voor de zwart/wit fader zal wanneer u deze
keuze maakt knipperen. Nadat het volgende
inmonteerpunt is geregistreerd zal het effect worden
uitgeschakeld. Om deze effecten te combineren moet u
tijdens opname sepia of zwart/wit gebruiken en tijdens de
willekeurige montage stelt u dan de zwart/wit fader in.
Het is niet mogelijk om Fade/Wipe effecten en Pro-
gramma belichting met speciale effecten te gebruiken
gedurende Willekeurige Samenstelling Montage door
middel van een DV kabel.
AUTOMATISCH MONTEREN NAAR EEN
VIDEORECORDER
11
Spoel de band van de cassette in de camcorder
terug naar het begin van de scène die u wilt monteren
en druk op PAUSE (6) e.
12
Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
videorecorder en druk op de VCR REC STBY (q6)
toets t of schakel de videorecorder handmatig in de
opnamepauzefunctie.
13
Druk op de Opname start-/stoptoets w op de
camcorder. Het monteren gaat door zoals
geprogrammeerd, helemaal tot aan het eind van de
laatste geregistreerde scène.
Na het monteren zal de camcorder in de pauzefunctie
schakelen en de videorecorder schakelt naar de
opnamepauzefunctie.
Indien u geen uitmonteerpunt heeft vastgelegd, zal de
gehele cassette automatisch tot het eind worden
gekopieerd.
Als u een handeling uitvoert op de camcorder tijdens
het automatisch monteren, zal de videorecorder in
zijn opnamepauzefunctie gaan en zal het automatisch
monteren stoppen.
14
Schakel de stopfuncties in van de camcorder en
de videorecorder.
Voor het verwijderen van het tellerdisplay voor
willekeurige montage van meerdere scènes moet u op
R.A.EDIT ON/OFF
r
van de afstandsbediening drukken.
OPMERKINGEN:
Druk op R.A.EDIT ON/OFF r van de afstandsbediening
om alle instellingen te wissen die tijdens de willekeurige
montage zijn vastgelegd.
Indien de montagekabel met de Pause In aansluiting van
de afstandsbediening is verbonden, moet u de
afstandsbediening naar de sensor op de videorecorder
richten en controleren dat de signalen niet door
voorwerpen tussen de toestellen worden geblokkeerd.
Het monteren van meerdere scènes in de gewenste
volgorde wordt mogelijk niet juist uitgevoerd wanneer u een
band gebruikt waarop dubbele tijdcodes zijn (
blz. 13).
Voor een uitermate nauwkeurige montage
De ene videorecorder schakelt sneller van opnamepauze
naar opname dan de andere videorecorder. Ook al start u
het monteren met de camcorder en de videorecorder
exact tegelijk, bestaat de kans dat een klein stukje niet
wordt opgenomen of dat een stukje wordt opgenomen dat
u eigenlijk niet wilt. Voor een preciese montage moet u
daarom de timing van de camcorder t.o.v. de
videorecorder bepalen.
BEPALEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
1 Start de weergave van de cassette in de camcorder,
richt de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningssensor van de camcorder en druk
op R.A.EDIT ON/OFF
r.
Het willekeurige montagemenu verschijnt.
2 Start de montage van slechts 1 scène (Program 1).
Voor het bepalen van de timing van de videorecorder
en de camcorder moet u een duidelijk begin van een
scène als inmonteerpunt kiezen.
3 Speel de gemonteerde scène af.
Uw videorecorder schakelt te snel over van
opnamepauze naar de opnamefunctie indien er een
gedeelte werd opgenomen dat voor het
inmonteerpunt ligt.
Uw videorecorder schakelt traag indien er een
gedeelte van de gekozen scène niet wordt
opgenomen.
INSTELLEN VAN DE TIMING VAN DE
VIDEORECORDER T.O.V. DE CAMCORDER
4 Richt de afstandsbediening naar de sensor op de
camcorder en druk op R.A.EDIT ON/OFF r zodat het
nemu voor willekeurige montage verdwijnt. Druk
vervolgens op MENU/VOLUME $. Het Menuscherm
verschijnt.
5 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
VIDEO en druk de keuzeschijf in.
Draai de keuzeschijf vervolgens naar SYNCHRO en
druk deze in. De waarde voor SYNCHRO licht op.
6 Gebaseerd op de eerder uitgevoerde diagnose, kunt
u nu de opname-timing van de videorecorder vooruit
zetten door de MENU/VOLUME keuzeschijf $ naar +
te draaien. U kunt de opname-timing van de
videorecorder ook terug zetten door de MENU/
VOLUME keuzeschijf $ naar . te draaien. U kunt de
waarde met stappen van 0,1 seconde vanaf 1,3 t/m
+1,3 instellen.
Druk de MENU/VOLUME keuzeschijf $ in om de
instelling af te sluiten.
7 Verdraai de MENU/VOLUME keuzeschijf $, kies
RETURN en druk de keuzeschijf twee keer in.
U kunt nu de willekeurige montage vanaf stap 4 op blz.
31 starten.
OPMERKINGEN:
Maak voordat u de willekeurige montage werkelijk start
eerst een paar testopnamen (montages) om te
controleren of de ingevoerde waarde juist is. Stel indien
nodig de snelheid opnieuw in.
Afhankelijk van de videorecorder is het mogelijk dat u
geen exacte correctie kunt maken.
04 D21EX DU 28-33 14/1/04, 9:42 AM32