77
Nl
Opmerkingen over het gebruik van de
vibratiereductie
• Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u
totdat het beeld in de beeldzoeker stabiliseert
alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
• Als een gevolg van de eigenschappen van
vibratiereductie is het mogelijk dat het beeld in de
beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de
sluiterknop. Dit is geen storing.
• Zet bij panorama-opnamen de
vibratiereductiemodusschakelaar op NORMAL.
Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel,
wordt er geen compensatie uitgevoerd voor
bewegingen van het fototoestel in de panrichting. Zo
worden alleen de effecten van verticale
cameratrillingen verminderd tijdens horizontaal
pannen.
• Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het
objectief niet van het fototoestel terwijl de
vibratiereductie in werking is. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het
objectief klinken en aanvoelen alsof een interne
component is losgekomen of afgebroken wanneer
ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het
fototoestel opnieuw in om dit te corrigeren.
• Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de
vibratiereductie niet wanneer de ingebouwde flitser
wordt opgeladen.
• Bij autofocuscamera's die uitgerust zijn met een AF-
ON-knop, werkt de vibratiereductie niet wanneer u
de AF-ON-knop indrukt.
• Als het fototoestel op een statief met drie poten is
geplaatst, stelt u de ON/OFF-schakelaar voor
vibratiereductie e in op OFF. Wanneer u echter een
statief (met een of drie poten) gebruikt zonder het
statiefhoofd vast te maken, zet u de schakelaar op ON.