Nikon AF-S Digital Camera User Manual


 
79
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Cz
Sk
Ck
Ch
Kr
Scherpstellen, zoomen en
scherptediepte
Voor u scherpstelt, draait u aan de zoomring om
de brandpuntsafstand aan te passen tot de
gewenste compositie gekadreerd is. Als uw camera
is uitgerust met een knop of hendel voor een
scherptediepte voorbeeld (stop-down), kunt u een
voorbeeld bekijken van de scherptediepte via de
zoeker van de camera.
• Dit objectief is uitgerust met een Internal
Focusing-systeem (IF). Naarmate de
opnameafstand afneemt, neemt de
brandpuntsafstand ook af.
• De afstandsschaal geeft niet de precieze afstand
weer tussen het onderwerp en de camera. De
waarden vormen een schatting en dienen alleen
als richtlijn te worden beschouwd. Bij het
fotograferen van een verafgelegen landschap
kan de scherptediepte de werking beïnvloeden
en kan een onderwerp scherp lijken op een
plaats die dichterbij is dan oneindig.
• Zie p. 146 voor meer informatie.
De diafragma instellen
Gebruik het fototoestel om de instellingen van de
diafragma aan te passen.
De ingebouwde flitser en vignettering
• De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt
op afstanden van minder dan 0,6 m.
• Gebruik ter voorkoming van vignettering geen
zonnekap.
• Vignetteren is het verduisteren van de hoeken
rond het beeld, hetgeen gebeurt wanneer het
licht dat door de flitser wordt uitgestraald, wordt
belemmerd door het objectiefvat.
Camera’s
Ondersteunde brandpuntsafstand/
Opnameafstand
D700 (FX-formaat)
• 28 mm/3 m of meer
• 35 mm/1 m of meer
D700 (DX-formaat)
• 20 mm/1,5 m of meer
• 24 mm of meer/Geen beperking
D300-Serie, D200,
D100
• 24 mm/2 m of meer
• 28 mm/1 m of meer
• 35 mm/Geen beperking
D90, D80, D5000,
D3000, D60, D50,
D40-Serie
• 28 mm/1,5 m of meer
• 35 mm/1 m of meer
D70-Serie
• 28 mm/2 m of meer
• 35 mm/1 m of meer
Andere camera's
Vignettering treedt op bij elke
opnameafstand.