Sigma EF-500 Camera Flash User Manual


 
105
Maximale prestaties bij continu fotograferen.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal
flitsen in de onderstaande tabel:
Mode
Aantal flitsen
TTL, M(1/1,1/2)
15 flitsen achter elkaar
M(1/4, 1/8)
20 flitsen achter elkaar
M(1/16-1/32)
40 flitsen achter elkaar
Multi
10 cycli
Handmatige flitsinstelling
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan te bevelen om de flitser
handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen van
1/1 (volledig) tot 1/128.
1. Stel de belichting van de camera in op de M mode
2. Druk op de MODE toets om M(anual) te selecteren
3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt.
4. Druk op de + of de - toets om de gewenste flitsintensiteit in te
stellen.
5. Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde
flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven
6. Na het oplichten van het OK lampje, is de camera klaar voor opname.
Met behulp van onderstaande formule is het mogelijk de correcte belichting te berekenen:
Richtgetal : Afstand tot het onderwerp = Diafragma opening
De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina)
Synchronisatie van het 2
e
sluitergordijn
Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere sluitertijd
maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht. Normaliter wordt de
flitser immers geactiveerd als het 1
e
sluitergordijn geheel is geopend. Het onderwerp wordt dus vanaf het
moment van flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is (synchronisatie op het 1
e
sluitergordijn). Maar
wanneer u de synchronisatie op het 2
e
sluitergordijn gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat het 2
e
sluitergordijn dicht gaat. Hierdoor wordt het onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open gaat tot
dat de flitser ontsteekt. Het lichtspoor wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een natuurlijker effect
ontstaat.
ۋ Deze instelling is niet mogelijk met de EOS 700, 750, 850
1. Selecteer de gewenste camera instelling
2. Druk op + of - toets, zal op het LCD display worden
weergegeven
3. Stel de scherpte in en maak de opname als het OK lampje brand
ۋ synchronisatie op het 1
e
sluitergordijn zal worden ingesteld indien
het symbool niet op het LCD display zichtbaar is
ۋ indien de camera op de volautomatische instelling staat zal deze functie niet werken
ۋ om de synchronisatie op het 2
e
sluitergordijn te annuleren dient u op de Π of Π toets te drukken tot het
symbool niet meer op het LCD display zichtbaar is
FP Flits (High Speed Sync)
, alleen mogelijk met camera’s van het A type
Indien u een gewone flitser gebruikt kunt u geen snellere sluitertijd gebruiken dan flitssynchronisatietijd van
de camera omdat de flitser moet af gaan op het moment dat de sluitergordijnen volledig zijn geopend.
De FP Flits blijft continu flitsen wanneer de sluitergordijnen aflopen. Hierdoor kunt u een snellere sluitertijd
kiezen dan de flitssynchronisatietijd.
1. Selecteer de gewenste belichtingsmethode op de camera (Tv of M mode)
2. Kies de gewenste snelle sluitertijd (sneller dan de flitssynchronisatie van de camera)