Sony DCR PC 8 E Camcorder User Manual


 
152
Problemen oplossen
Nederlands
Verhelpen van storingen
Mocht u problemen met de werking of de bediening van de camcorder hebben, loop dan eerst de
onderstaande lijst met controlepunten even langs. Als het probleem aan de hand hiervan niet te
verhelpen is, neemt u dan a.u.b. contact op met uw Sony handelaar of een plaatselijke erkende Sony
onderhoudsdienst. Als er een code van vijf letters en cijfers zoals C:ss:ss op het scherm
verschijnt, dan is de zelfdiagnosefunctie in werking getreden. Zie blz. 158.
In de opnamestand
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De POWER schakelaar staat niet in de CAMERA stand.
c Zet de schakelaar op CAMERA (zie blz. 29).
Het einde van de band is bereikt.
c Spoel de band terug of gebruik een nieuwe cassette
(zie blz. 26, 49).
Het beveiligingsnokje van de cassette is ingeschoven (rood).
c Gebruik een andere cassette of schuif het nokje terug
(zie blz. 26).
De band blijft aan de koptrommel kleven (door condensvocht).
c Verwijder de videocassette en laat uw camcorder ten minste
1 uur lang ongebruikt op temperatuur komen (zie blz. 169).
Terwijl u het apparaat in de CAMERA stand bediende, heeft
het langer dan 5 minuten in de opnamepauzestand gestaan.
c Zet de POWER schakelaar eenmaal op OFF (CHARGE) en
dan weer in de CAMERA stand (zie blz. 29).
De batterij is (bijna) leeg.
c Plaats een volledig opgeladen batterijpak.
De zoeker is niet helemaal uitgeschoven.
c Schuif de zoeker verder uit totdat deze klikt.
Het lensje van de zoeker is niet goed scherpgesteld.
c Stel het zoekerbeeld scherp (zie blz. 35).
De STEADY SHOT instelling in het instelmenu staat op OFF.
c Zet de STEADY SHOT functie in de ON stand
(zie blz. 132).
Er is ingesteld op handmatige scherpstelling.
c Druk op de FOCUS toets om over te schakelen naar
automatische scherpstelling (zie blz. 74).
De opname-omstandigheden zijn niet geschikt voor gebruik
van de automatische scherpstelling.
c Stel in op handmatige scherpstelling (zie blz. 74).
Het LCD scherm staat open.
c Sluit het LCD scherm (zie blz. 32).
Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond is te
groot; er is niets mis met de camcorder.
Dit wijst niet op een storing in de camcorder.
De langzame sluitertijd, het PROGRAM AE duisternis-
belichtingsprogramma of de Super NightShot functie is
ingeschakeld; er is niets mis met de camcorder.
De START/STOP toets werkt niet.
De camcorder wordt uitgeschakeld.
Het beeld op het zoekerscherm is
onscherp.
Er verschijnt geen beeld in de zoeker.
De automatische scherpstelling
werkt niet goed.
De STEADY SHOT
beeldstabilisatie werkt niet.
Er verschijnt een verticale band in
beeld bij opnemen van een erg helder
verlicht onderwerp.
Er verschijnen witte stipjes het
scherm.
Bij opnemen van een lichtbron of
een kaarsvlam tegen een donkere
achtergrond verschijnt er een
verticale streep in beeld.