37
Bij “Instructies: Eenvoudig fotograferen” heeft u geleerd
welke handelingen u in welke volgorde moet uitvoeren
om bij de meest gebruikte instellingen foto’s te maken.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe en wanneer u de
camera-instellingen kunt wijzigen voor het fotograferen
onder andere opnameomstandigheden.
Foto’s maken
De fi jne kneepjes
Objectieven zonder CPU
124–127
Reset met twee knoppen
128
Zelfontspannerstand
123
Intervalfotografi e
118–122
Flitsfotografi e
106–117
Belichting
84–105
Scherpstelling
72–83
Beeldcorrectie
65–69
Witbalans
51–64
Gevoeligheid (ISO-equivalent)
48–50
Gebruik van cameramenu’s
39–40
Opnamestand kiezen
70–71
Beeldkwaliteit en -grootte
41–47