Nikon D2H Camcorder User Manual


 
84
Foto’s maken—Belichting
Lichtmeting
De lichtmeetmethode bepaalt hoe de camera de belich-
ting instelt. Druk voordat u een foto maakt op de ont-
grendelingsknop van de lichtmeetselectieknop, draai de
lichtmeetselectieknop rond om een lichtmeetmethode
te kiezen die geschikt is voor de compositie en lichtom-
standigheden van uw foto, en controleer uw selectie in
de zoeker. Er zijn drie methoden (welk type lichtmeting
kan worden uitgevoerd is afhankelijk van het gebruikte objectief):
Belichting
Regelen hoe de camera de belichting instelt
Camera meet een cirkel van 3 mm diameter (circa 2 % van het beeld). De
cirkel valt gelijk met het gebruikte scherpstelveld (in groep dynamische AF, op
centraal scherpstelveld of gebruikte groep; 76), waardoor het mogelijk is op
onderwerpen buiten het centrum te meten (wordt non-CPU objectief gebruikt
of is dynamische AF met prioriteit dichtstbijzijnde onderwerp actief, dan meet
de camera het centrale scherpstelveld). Zorgt ervoor dat onderwerp in meet-
veld juist wordt belicht, ook als de achtergrond veel lichter of donkerder is.
Spot
De camera meet het licht in het totale beeld, maar laat een cirkel met een
diameter van 8 mm in het midden van het beeld - aangegeven door de cor-
responderende referentiecirkel van 8mm in de zoeker - zwaarder meetellen.
Klassieke meetmethode voor portretten; aanbevolen bij gebruik van fi lters met
een belichtingsfactor (fi lterfactor) van meer dan1 × ( 233).
*
Centrum-
gericht
BeschrijvingMethode
De meting wordt uitgevoerd door een RGB sensor met 1005 pixels; het totale
beeld levert informatie voor de belichtingsbepaling. Dit systeem bewijst zijn
waarde het sterkst wanneer heldere (witte of gele) of donkere (zwarte of don-
kergroene) kleuren grote delen van het beeld beslaan; de resultaten benaderen
de waarneming van het menselijk oog optimaal. 3D kleurenmatrixmeting, die
informatie uit het objectief gebruikt voor belichtingsaanpassingen, is alleen be-
schikbaar met type G en D objectieven. Kleurenmatrixmeting, die geen afstand-
sinformatie gebruikt, is beschikbaar voor andere CPU-objectieven, of wanneer
de brandpuntsafstand en de grootste diafragma-opening van niet-CPU-objec-
tieven worden opgegeven onder Non-CPU lens data in het Shooting-menu
( 124; Centrumgerichte meting wordt gebruikt wanneer er geen afstand-
sinformatie beschikbaar is). Matrixmeting geeft geen bevredigende resultaten
in combinatie met belichtingsvergrendeling ( 95) en belichtingscorrectie (
97), maar wordt voor de meeste andere situaties aanbevolen.
3D kleu-
renmatrix/
Kleuren-
matrix
b6—Center Weight ( 185)
Deze optie regelt de grootte van de cirkel die bij centrumgerichte lichtmeting het zwaarst meetelt.
*Voor een verbeterde precisie bij objectieven zonder CPU dient u de brandpuntsafstand en
het maximum diafragma in het Non-CPU lens data menu in te voeren ( 124).