Nikon D2H Camcorder User Manual


 
85
Foto’s maken—Belichting
Belichtingsstand
De belichtingsstand bepaalt hoe de camera de sluitertijd en het diafragma instelt bij
het regelen van de belichting. Er zijn vier standen: geprogrammeerd automatisch (P),
sluitertijdvoorkeuze (S), diafragmavoorkeuze (A) en handmatig (M).
CPU-objectieven (alle belichtingsstanden)
Als u een CPU-objectief gebruikt dat voorzien is van een diafragmaring, dient u de diafragma-
ring op de laagste waarde (hoogste f/-getal) te zetten. Bij andere instellingen wordt de ont-
spanknop buiten werking gesteld en toont de diafragma-indicator op het LCD-venster en in
de zoeker een knipperend . Type G objectieven zijn niet voorzien van een diafragmaring.
Controle scherptediepte
Om een idee te krijgen hoe uw foto er bij de huidige dia-
fragma-instelling uit gaat zien, dient u de controleknop voor
de scherptediepte ingedrukt te houden. Het objectief wordt
ingesteld op de waarde die de camera heeft geselecteerd
in de geprogrammeerd automatische of sluitertijdvoorkeuze
stand, of de waarde die u heeft geselecteerd in de diafragmavoorkeuze of handmatige
stand, zodat u de scherptediepte in de zoeker kunt controleren (indien de optionele SB-800
Speedlight fl itser is aangesloten, wordt een instelfl its ontstoken).
b1—ISO Auto ( 182)
Wanneer u ON heeft geselecteerd bij Persoonlijke Instelling b1 (ISO auto), dan varieert de
camera de gevoeligheid automatisch tussen 200-1600 (ISO-equivalent) voor een optimale
belichting wanneer de maximale waarden van het belichtingsmeetsysteem worden over-
schreden (belichtingsstand P, S, en A) of wanneer er geen optimale belichting kan worden
bereikt bij de sluitertijd en het diafragma dat de gebruiker heeft geselecteerd (belichtings-
stand M). Wanneer een andere gevoeligheid wordt gebruikt dan de door de gebruiker gese-
lecteerde waarde, knippert ISO-AUTO in het LCD-venster achterop de camera en verschijnt
er een knipperend ISO-A in de zoeker. In de foto-informatie van foto’s waarbij de gevoelig-
heid gewijzigd is, wordt de ISO-waarde rood weergegeven. NB: Hoe hoger de gevoeligheid,
des te groter wordt de kans op “ruis” op de foto.
Wanneer de gevoeligheid op HI-1 of HI-2 staat, kunt u geen, On selecteren voor ISO Auto
en u kunt de gevoeligheid niet op HI-1 of HI-2 zetten als ISO Auto aan staat. Als u een
itser gebruikt wanneer ISO Auto aan staat, dan wordt de gevoeligheid ingesteld op de
door u geselecteerde waarde. Indien ISO auto aan staat wanneer belichtingsbracketing is
geselecteerd in belichtingsstand M, dan zal de gevoeligheid variëren rondom de waarde die
de gebruiker heeft gekozen, wanneer dat vereist wordt door het bracketing programma.
e4—Modeling Flash ( 195)
Wanneer u Off heeft geselecteerd bij Persoonlijke Instelling e4 (Modeling Flash), ontsteekt de
optionele SB-800 geen instelfl its wanneer u de controleknop voor de scherptediepte indrukt.