77
Foto’s maken—Scherpstelling
BeschrijvingStand
Symbool
De camera selecteert automatisch het scherpstelveld met het onder-
werp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Hierdoor worden
onscherpe foto’s voorkomen bij het fotograferen van grillig bewe-
gende onderwerpen. U kunt het scherpstelveld niet handmatig
selecteren en de scherpstelvelden worden niet in de zoeker of het
LCD-venster bovenop de camera getoond. Wanneer u een telelens
gebruikt, of wanneer uw onderwerp slecht verlicht is, kan het zijn
dat de camera niet in staat is het scherpstelveld met het dichtstbij-
zijnde onderwerp te selecteren. In dat geval wordt aanbevolen om
enkelvelds-AF te gebruiken.
Dyna-
mische
AF met
prioriteit
dichtst-
bijzijnde
onder-
werp
Handmatige scherpstelling
Bij handmatige scherpstelling wordt automatisch enkelvelds-AF geselecteerd.
LCD-venster bovenop camera
In de standen enkelvelds-AF, dynamische AF, en groep dynamische AF wordt het geselecteerde
scherpstelveld of de geselecteerde groep scherpstelvelden in het LCD-venster bovenop de
camera getoond. De illustraties in de kolom “Symbool” tonen het symbool dat wordt getoond
bij selectie van het middelste scherpstelveld of de middelste groep scherpstelvelden. Het LCD-
venster bovenop de camera toont niet welk scherpstelveld door de camera is geselecteerd voor
groep dynamische AF of dynamische AF met prioriteit dichtstbijzijnde onderwerp.
a1 — AF-C Mode Priority( 176)
In scherpstelstand C (continue autofocus) kunt u ook foto’s maken wanneer de camera niet
scherpgesteld staat (prioriteit ontspanner). Om te zorgen dat de camera scherpgesteld staat
wanneer u een foto maakt dient u Focus bij Persoonlijke Instelling a1 (AF-C mode priority)
te kiezen. Selecteer FPS rate + AF voor verbeterde scherpstelling tijdens het maken van
continu-opnamen.
a2 — AF-S Mode Priority( 176)
In scherpstelstand S (enkelvoudige autofocus) kunt u alleen foto’s maken wanneer de ca-
mera scherpgesteld staat (prioriteit scherpstelling). Om foto’s te kunnen maken ongeacht
of de camera scherpgesteld staat dient u Release bij Persoonlijke Instelling a2 (AF-S mode
priority) te kiezen.
a3 — Group Dynamic AF ( 177)
Deze optie regelt hoe de scherpstelvelden gegroepeerd worden in de stand groep dynami-
sche AF en of de camera het onderwerp in het middelste scherpstelveld van de geselecteerde
groep volgt.
a4 — Disable Lock-On ( 179)
Deze optie regelt of de camera meteen de scherpstelling bijstelt om een onderwerp te blijven
volgen indien de afstand tot het onderwerp drastisch verandert.