Metz AF-1 Camera Flash User Manual


 
51
ń
reflectiegraad, bij zeer sterk of juist zeer zwak reflecterende onderwerpen kun-
nen de reikwijdte van het flitslicht beïnvloeden.
Het onderwerp moet zich in een bereik van ongeveer 40% tot 70% van de aan-
gegeven waarde bevinden. De elektronica heeft dan voldoende speelruimte voor
een goede belichting. De minimale flitsafstand tot het onderwerp mag niet min-
der zijn dan 10% van de aangegeven waarde om overbelichting te vermijden!
Het aanpassen aan de betreffende opnamesituatie kan bijv. door het veranderen
van de diafragmaopening van het objectief worden bereikt.
Aanduiding van de reikwijdte in de functie van met de hand in te stellen flitser
M
In de functie van de met de hand in te stellen (manual) flitser M wordt in het
display de afstandswaarde aangegeven die voor het correct belichten van het
onderwerp aangehouden moet worden. Het aanpassen aan de heersende opna-
meomstandigheden kan bijv. door het veranderen van de diafragmawaarde op
het objectief of door het kiezen van een met de hand in te stellen deelvermogen
(zie 7.2) worden bereikt.
Overschrijding van het bereik van de aanduidingen
In het display kunnen reikwijdten tot maximaal 199 m, c.q. 199 ft worden aan-
gegeven. Bij hoge ISO-waarden (bijv. ISO 6400) en grote diafragmaopeningen
kan het bereik van de aanduidingen worden overschreden. Dit wordt door een
pijl, c.q. driehoekje achter de afstandswaarde aangegeven.
6 Aanduidingen in de zoeker van de camera
Voorbeelden voor de aanduidingen in de zoeker van de camera:
Flitssymbool knipper
t:
Gebruik de flitser, c.q. schakel hem in (bij sommige camera's).
Flitssymbool licht op:
De flitser is klaar om te flitsen (bij sommige camera's)
Er zijn ook camera's die in hun zoeker beschikken over een functie om een foute
belichting aan te geven: knippert in de zoeker de diafragmawaarde, de belich-
tingstijd of knipperen beide, dan is de gemaakte opname te ruim- of te krap
belicht.
Basiscorrectie bij een foute belichting:
• Bij te ruime belichting: niet flitsen!
• Bij te krappe belichting: schakel de flitser in of gebruik een statief en een lan-
gere belichtingstijd.
In de verschillende belichtings- en automatische programma's kunnen er verschil-
lende redenen zijn voor het optreden van een foute belichting.
Zoek voor de aanduidingen in de zoeker van uw camera in de gebruik-
saanwijzing van de camera wat voor uw camera geldt.
7 Flitsfuncties (‘Mode’)
Afhankelijk van het type camera staan u verschillende TTL-flitsfuncties ter
beschikking, de functie van met de hand in te stellen flitser (manual) en de flitsre-
geling bij korte belichtingstijden FP, c.q. HSS. Voordat u de flitsfunctie instelt,
moet er een uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser hebben plaatsge-
vonden, bijv. door het even aantippen van de ontspanknop op de camera. Het
instellen van de flitsfunctie moet met de toets „Mode“ plaatsvinden.
707 47 0057.A2 Inh. 48AF-1C 18.09.2007 16:38 Uhr Seite 51