66
Using special effects
– Digital effect
(1)Set the POWER switch to CAMERA. Press
MENU, then select and decide upon
D EFFECT in with the control button
(p. 132).
(2)Select and decide upon the desired digital
effect mode with the control button.
The bars appear. In the STILL or LUMI. mode,
the still image that you selected and decided
upon is stored in memory.
(3)Adjust and decide upon the effect with the
control button.
Items to be adjusted
STILL The rate of the still image you
want to superimpose on the
moving picture
FLASH The interval of flash motion
LUMI. The colour scheme of the area in
the still image which is to be
swapped with a moving picture
TRAIL The time until the incidental
image vanishes
SLOW SHTR Shutter speed. The larger the
shutter speed number, the slower
the shutter speed becomes.
OLD MOVIE No adjustment necessary
The more bars there are on the screen, the
stronger the digital effect. The bars appear in the
following modes: STILL, FLASH, LUMI. and
TRAIL.
2
MANUAL SET
OFF
STILL
FLASH
TRAIL
DEFFECT
[
MENU
]
:
END
LUMI
.
MANUAL SET
[
MENU
]
:
END
RETURN
MANUAL SET
OFF
STILL
FLASH
TRAIL
DEFFECT
[
MENU
]
:
END
LUMI
.
MANUAL SET
[
MENU
]
:
END
PEFFECT
DEFFECT
SLO
W
SHTR
OLD MOVIE
PROGRAM AE
STILL
IIIIIIIIIIIIIIII
AUTO SHTR
RTHS
W
OLS
EIVOMDLO
W
HT BAL
3
MANUAL SET
[
MENU
]
:
END
PROGRAM AE
PEFFECT
DEFFECT
W
HT BAL
AUTO SHTR
RETURN
1
IIIIIIII
••••••••
OFF
LLITS
TCEFFED
MENU
Speciale effecten
– Digitale opname-effecten
(1) Zet de POWER schakelaar in de “CAMERA”
stand. Druk op de MENU toets en kies met de
instelknop het onderdeel D EFFECT onder
in het instelmenu (zie blz. 132).
(2) Kies nu met de instelknop het gewenste digitale
opname-effect.
Er verschijnen enkele instelbalkjes. Bij de STILL
en LUMI. effecten wordt het door u gekozen
stilstaande beeld in het geheugen vastgelegd.
(3) Regel met de instelknop het digitale effect naar
wens bij.
Instelmogelijkheden
STILL U kunt de intensiteit van het
toegevoegde stilstaande
achtergrondbeeld instellen.
FLASH U kunt de lengte van het interval
tussen de stilstaande beelden
kiezen.
LUMI. U kunt het kleurschema kiezen van
het gebied in het stilstaande beeld
waar de bewegende beelden in
verschijnen.
TRAIL U kunt de tijdsduur voor het
vervagen van de nabeelden
instellen.
SLOW SHTR U kunt de sluitertijd kiezen. Hoe
hoger het nummer dat u kiest, des
te langzamer zal de sluiter werken.
OLD MOVIE Hierbij verlopen alle instellingen
automatisch.
Hoe meer instelbalkjes u op het scherm ziet, des te
sterker zal het digitale opname-effect werken. De
instelbalkjes verschijnen bij de volgende opname-
effecten: dubbelbeeld-opname (STILL), interval-
opname (FLASH), helderheidssleutel-opname
(LUMI.) en nabeeld-opname (TRAIL).